Jaarstukken 2020

menu

COVID-19

Inleiding

Naast de programma's moeten gemeenten minimaal zeven programma overstijgende paragrafen in de begroting en jaarrekening opnemen (BBV-verplichting). In de paragrafen staat belangrijke informatie voor raadsleden waarmee zij inzicht krijgen in de financiële positie van de gemeente, de beheersmatige aspecten en de risico's. Het staat de decentrale overheid echter vrij om naast deze verplichte paragrafen zelf paragrafen aan de begroting of jaarstukken toe te voegen.

Binnenlandse Zaken heeft de gemeenten geadviseerd om in hun jaarrekening een speciale corona-paragraaf te maken. Op die manier kunnen raadsleden in één oogopslag zien welke gevolgen COVID-19 op hun begroting heeft gehad en welke maatregelen er zijn genomen.

Maatschappelijke gevolgen

Naast het persoonlijke leed dat Covid-19 bij veel inwoners en hun familieleden en vrienden met zich mee heeft gebracht, heeft dit virus ook geleid tot een andere wijze van omgaan met elkaar. De 1,5 meter samenleving maakt dat veel van wat inwoners en bedrijven gewend waren om te doen niet mogelijk. De zomermaanden van 2020 gaf even wat ruimte maar inmiddels zitten we midden in de derde corona golf. De vraag is dan ook wat dit alles voor structurele gevolgen voor de inwoners en de ondernemers zal hebben. Zonder uitputtend te zijn worden hierna een aantal maatschappelijke gevolgen van de Covid-19 pandemie genoemd.

Veel evenementen zijn door Covid-19 niet doorgegaan en veel ondernemers hebben het, ook met de aangeboden steun vanuit de Rijksoverheid, lastig om het hoofd boven water te houden. Naar verwachting zullen vooral zelfstandigen met een middeninkomen, maar zonder vermogensbuffer, door de inkomensval in de knel komen. Hopelijk trekt de economie tegen de zomer van 2021 sterk aan als het vaccinatieprogramma voor een belangrijk deel is uitgerold en houden veel ondernemers het tot die tijd vol. Waar bedrijven noodgedwongen afscheid van personeelsleden hebben moeten nemen zijn het veelal eerst de flexkrachten die worden ontslagen, De vraag is dan ook of zij bij het aantrekken van de economie weer snel een andere baan kunnen vinden.

De vervagende scheiding tussen werk en privé ten gevolge van het thuiswerken leidt tot soms spanning in de thuissituatie zich uitend in stress, prikkelbaarheid en uiteindelijk mogelijk tot depressies en burn-out. Het wegvallen van reistijd kan stress-verminderend werken, maar ontneemt voor ov-forenzen bijna dagelijkse beweging. Mensen die met de auto naar het werk gaan, krijgen er tijd om te bewegen bij.

De Covid-19 pandemie heeft een enorme claim gelegd op de capaciteit in de gezondheidssector. Verwacht wordt dat na behandeling veel patiënten nog langdurig klachten zullen overhouden aan de Covid besmetting. Dit beperkt niet alleen de individuele mogelijkheden van de betreffende inwoners maar leidt ook tot een toemane van de zorgvraag. De ziekenhuizen en GGZ instellingen zullen naar verwachting de zorgproductie zien toenemen. Hoe langer de maatregelen gaan duren, hoe eenzamer bewoners van bijvoorbeeld verzorgingshuizen zich gaan voelen en hoe zwaarder ook de mantelzorgers van mensen met psychische problemen zullen worden belast.

Op het terrein van de vrije tijd zijn tal van maatregelen van kracht geworden die gevolgen hebben voor de inwoners. Veel burgers nemen deel aan dit maatschappelijke leven en worden dus in de door hen gewenste deelname beperkt. Dit zet de mogelijkheden tot ontspanning, ontplooiiing, ontmoeting, ondersteuning en onderscheiding onder druk. De oproep om zoveel mogelijk thuis te blijven en thuis te werken kan betekenen dat de vrije tijd minder ‘vrij’ voelt en dat alleenstaanden, mensen met een kwetsbare gezondheid en ouderen meer eenzaamheid ervaren. De sluiting van voorzieningen en het verbod op evenementen betekent een grote inperking van de vrijheid om de uithuizige vrije tijd naar eigen voorkeur te besteden, inclusief sport- en de kunstbeoefening. De maatregelen hebben mogelijk ook gevolgen voor de cohesieve en verbindende functie tussen verschillende bevolkingsgroepen die aan de sport- en cultuursector wordt toegeschreven. De coronamaatregelen beperken eveneens het zinvol meedoen via vrijwilligerswerk.

De coronamaatregelen hebben ook grote gevolgen voor alle betrokkenen in het onderwijs: leerkrachten, ouders en leerlingen. Vooral kinderen uit kwetsbare groepen lopen mogelijk leerachterstanden, sociale achterstanden en een kleinere kans op passende doorstroming naar vervolgonderwijs op. Bij ouders neemt de draagkracht mogelijk af, terwijl de draaglast toeneemt, terwijl leerkrachten (nog) meer werkdruk ervaren. De sluiting van de middelbare scholen kan een negatieve uitwerking hebben op dat wat geleerd wordt. Dit negatieve effect lijkt sterker voor leerlingen uit sociaaleconomisch kwetsbare gezinnen. Voor hen kan daardoor een ‘stapeling’ van achterstanden ontstaan, doordat zij vaker op een lager onderwijsniveau vanuit het basisonderwijs instromen dan kinderen van hogeropgeleide ouders. Mogelijk valt de sluiting leerlingen in een kwetsbare thuissituatie, die normaal meer steun op school krijgen, extra zwaar en pakt dat nadelig uit voor hun toekomstige mogelijkheden. De maatregel van het sluiten van de mbo scholen betekent een verhoogd risico op studievertraging, minder inkomen, dalende motivatie en een lastigere aansluiting van mbo op hbo. Deze risico’s betreffen alle studenten, maar zijn mogelijk groter voor mbo-studenten met een minder gunstige thuissituatie. Perspectief op stages en behoud van leerwerkplekken houdt de studenten mogelijk beter gemotiveerd. De arbeidsmarktpositie van mbo’ers is conjunctuurgevoelig. Wanneer er sprake is van een economische crisis die volgt op deze coronacrisis zullen veel mbo studenten geen goede start kunnen maken op de arbeidsmarkt. Op dit moment staan er ondanks de coronacrisis nog steeds vacatures in de Zeeland voor mbo-ers open. De instroom van internationale studenten bij de HZ en de UCR zal volgend leerjaar mogelijk lager uitvallen met financiële gevolgen van dien voor de bekostiging van de opleidingen. Het is niet duidelijk of de sluiting van het hoger onderwijs leidt tot studievertraging. Het op afstand voortzetten van het onderwijs heeft voor studenten met een niet-westerse migratieachtergrond mogelijk eerder negatieve gevolgen voor de kans op studiesucces. Aanpalende maatregelen zorgen ervoor dat er stageplekken en bijbaantjes mogelijk onder druk komen te staan, met eventueel negatieve gevolgen voor de hoogte van de studieschuld of de duur van de studie.

De VNG-commissie Sociale impact COVID-19 roept gemeenten en Rijk op om te werken aan een lange-termijnagenda zodat de samenleving versterkt uit de coronacrisis kan komen. Het is belangrijk deze deels onbekende situatie de komende tijd goed onder ogen te zien. Dat vraagt kennis van wat we al weten, evenals nieuwsgierigheid, alertheid en veerkracht om ons aan te passen aan nieuwe omstandigheden en onvoorziene na-ijleffecten. Dit vraagt dan ook van de gemeente Middelburg om veerkracht en om passende maatregelen de komende tijd te nemen om de negatieve maatschappelijke gevolgen van Covid-19 zoveel mogelijk te beperken en inwoners en ondernemers weer perspectief te geven. Voor een deel betreft dit intensivering van maatregelen waar de gemeente al mee bezig is c.q. voorbereidingen voor aan het treffen is, zoals de vitaliteitsversterkende activiteiten in de wijken in het kader van het programma positieve gezondheid, en voor een ander deel kunnen dit nieuwe activiteiten zijn die de gemeente in samenwerking met inwoners en ondernemers gaat oppakken.

Monitoring Covid-19 gevolgen

Het COVID-19 heeft ervoor gezorgd dat we onze werkzaamheden anders hebben moeten oppakken. Het college heeft vroegtijdig actie ondernomen om de gevolgen voor alle partijen zoveel als mogelijk op te vangen en om de noodzakelijk dienstverlening voldoende te waarborgen. Deze bijzondere situatie zorgt ervoor dat op sommige onderdelen hogere kosten worden gemaakt, daarnaast zien we ook een terugloop aan inkomsten. Bij aanvang van deze crisis is een overzicht bijgehouden waarop de begroting tussentijds aangepast is.

Op 8 april zijn het kabinet en de VNG in overleg gegaan om de financiële impact van de coronacrisis voor decentrale overheden te bespreken. De VNG heeft hierbij ingezet op een reële compensatie voor alle extra kosten die door gemeenten zijn gemaakt. 'Gemeenten mogen er niet op achteruit gaan’, dat was de boodschap van de VNG aan het kabinet.

Informeren raad

Het college heeft medio april de raad een eerste inzicht gegeven in bovenstaande ontwikkeling. Eind mei is een update verzonden. Na de zomervakantie kregen we steeds meer zicht op compensatie als gevolg van COVID-19. Begin december heeft een 3de actieve informatie plaatsgevonden waarin ook de compensatiemiddelen inzichtelijk zijn gemaakt.

Onderzoek naar coronacompensatie

Medio 2020 is een onderzoek gedaan naar de financiële consequenties van het coronavirus voor gemeenten. Dit onderzoek is in opdracht van de VNG door AEF (Andersson Elffers Felix) uitgevoerd. Het college heeft veel waarde gehecht aan een onderbouwde en gedegen compensatie voor de financiële gevolgen van COVID-19. Daarom heeft onze gemeente actief meegedaan in het inzichtelijk maken van deze consequenties. AEF heeft bij vijftien gemeenten (w.o. Middelburg) een dieptestudie gedaan waarin ze de financiële effecten van het coronavirus per beleidsveld hebben onderzocht. Enkele effecten zijn niet meegenomen omdat reeds compensatieafspraken gemaakt of, bijvoorbeeld in het geval van het sociaal domein, deze in een apart onderzoek worden onderzocht. Om te toetsen of de uitkomsten uit de dieptestudie breed herkenbaar waren, zijn de resultaten gevalideerd middels een online uitvraag onder alle gemeenten.

Voor de gevolgen voor 2021 is eenzelfde onderzoek geweest en heeft gemeente Middelburg alleen geparticipeerd in de online uitvraag die eind maart is verzonden.

Coronacompensatie van het rijk

Coronacompensatie via algemene uitkering

De gemeenten hebben in drie tranches (juni, september en december) via de algemene uitkering compensatie ontvangen voor extra kosten en gederfde inkomsten als gevolg van de coronamaatregelen. Deze compensatiebedragen zijn verwerkt in de jaarstukken 2020. Van een deel van het ontvangen bedrag wordt bij de resultaatbestemming voorgesteld dit te reserveren voor besteding in 2021. Dit betreft compensatiebedragen waarop derden (cultuurorganisaties, wijkcentra etc.) een beroep kunnen doen. Deze regelingen konden niet al in 2020 worden afgewikkeld.

Naast de al ontvangen bedragen heeft het Rijk in december 2020 aanvullende afspraken gemaakt over compensatie voor inkomstenderving voor de periode na 1 juni, extra kosten afvalinzameling, ondersteuning sportverenigingen en ondersteuning zwembaden en ijsbanen. De compensatie voor inkomstenderving wordt bepaald op basis van de vastgestelde jaarrekeningcijfers 2020. Ook voor de andere onderdelen moet de regeling nog nader worden uitgewerkt. Het Rijk heeft ook nog geen (voorlopige) verdeelsleutels bekend gemaakt. Verder is nog niet exact duidelijk voor welke gederfde inkomsten een bijdrage wordt ontvangen en of de compensatie 100% zal zijn. Als de door het Rijk gereserveerde bedragen als “plafond” worden gehanteerd, kan het zijn dat gemeenten naar rato worden gecompenseerd. Duidelijkheid over het totaalpakket aan compensatie zal naar verwachting pas in de septembercirculaire 2021 ontstaan.

Gezien het bovenstaande is het college daarom van mening dat in de jaarstukken 2020 nog geen rekening met deze bedragen kan worden gehouden. Om dat te kunnen doen is het immers noodzakelijk om te beschikken over een voldoende nauwkeurige en betrouwbare schatting of berekening van het bedrag waarop wij alsnog over 2020 aanspraak kunnen maken. Met de informatie die nu beschikbaar is, is dat onmogelijk.

Specifieke compensatie Rijk

Naast bovenstaande compensatie middelen hebben we ook nog een aantal specifieke middelen gekregen.

De Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandig Ondernemers (Tozo) regeling is door Orionis uitgevoerd. De middelen die niet worden besteed vloeien terug naar het Rijk. De verantwoording hiervan is opgenomen in de jaarrekening van deze Gemeenschappelijke Regeling.

Het Rijk heeft een Steunpakket Sportverenigingen gevolgen COVID-19 maatregelen afgekondigd. Deze tegemoetkoming was bestemd voor verhuurders van sportaccommodaties die de huur ten laste van amateursportorganisaties over de periode 1 maart 2020 tot 1 juni 2020 daadwerkelijk hebben kwijtgescholden.

Deze regeling zal gelijk aan de andere specifieke regeling in de Sisa-bijlage bij de jaarrekening worden verantwoord. Op dit moment wordt aanvraag gedaan of een rijksplafond in deze specifieke uitkering van toepassing is. Afhankelijk hiervan kan worden bepaald of wij voor het gehele bedrag aan minder opbrengsten zullen worden gecompenseerd. Inmiddels is een vergelijkbare vorm voor 2021 aangekondigd.

Financiële gevolgen COVID-19

In de tabel hieronder worden de financiële gevolgen van COVID-19 weergegeven en nader toegelicht.

Omschrijving

Afwijking corona t.o.v. primaire begroting

Saldo bestemming resultaat

Compensatie via de algemene uitkering

Toelichting

Bestuur en ondersteuning

0.01.0 Bestuur

Overig (1)1

5.700

-

-

Betreft extra kosten online vergaderen Teams.

0.02.0 Burgerzaken

Coronaproof verkiezingen maart 2021 (zie voor aanvulling ook 2021)

-

-

77.069

Is compensatie voor extra kosten verkiezingen (briefstemmen etc.) Deze middelen zijn bij de bestuursrapportage overgeheveld en hierdoor gereserveerd voor 2021.

Overig (1)

25.000

-

-

Minder huwelijken agv coronamaatregelen

0.04.0 Overhead

Overig (1)

168.000

-

-

Door uitstel van invorderingsmaatregelen zijn er minder kosten aanmaningen en dwangbevelen opgelegd. Verder extra kosten faciliteren thuiswerken.

0.06.3 Parkeerbelasting

Parkeerbelasting

1.370.000

-

715.000

Minder parkeeropbrengsten (inclusief parkeergarages) en - naheffingen over periode maart t / m dec. Bij de jaarstukken bleek het nadeel iets lager uit te vallen.

0.06.4 Belastingen overig

Inkomstenderving Precariobelasting/leges markt en evenementen (2)2

70.000

-

54.880

Minder opbrengst precario door uitstalling en sluiting terrassen over periode maart, april, mei.

Veiligheid

1.02.0 Openbare orde en veiligheid

Extra toezichts- en handhavingstaken

88.500

-

137.308

Betreft de inzet van stewards in het kernwinkelgebied, verkeersregelaars en tijdelijke coördinator / boa's.

Inkomstenderving Precariobelasting/leges markt en evenementen (2)

2.000

-

-

Minder opbrengst leges vergunning doordat er geen evenementen konden plaatsvinden.

Quarantainekosten

-

-

11.231

Compensatie voor begeleiden personen die door verplichte quarantainemaatregelen in de problemen zijn gekomen.

Verkeer, vervoer en waterstaat

2.04.0 Econ havens en waterwegen

Overig (1)

70.000

-

-

De havengelden (cruiseboten Loskade) en de daaraan gerelateerde opbrengsten op de posten waterverkoop aan schippers zijn op nul ingeschat. Het seizoen voor cruiseboten is na 1 september afgelopen.

Economie

3.04.0 Economische promotie

Toeristenbelasting

450.000

-

183.000

Corona heeft geen remmende werking gehad op het aantal toeristen dat onze stad heeft bezocht. Sterker we hebben meer bezoekers mogen ontvangen.

Inkomstenderving Precariobelasting/leges markt en evenementen (2)

90.000

-

-

Dit jaar is er geen kermis geweest

Onderwijs

4.01.0 Openbaar basisonderwijs

Overig (1)

22.500

-

-

Kosten ten behoeve van onderzoek en aanpassen ventilatie vastgoed (gymzalen)

4.03.0 Onderwijsbel en leerlingzaken

Voorschoolse opvang

-

22.717

22.717

Compensatie voor de gederfde inkomsten ouderbijdrage tijdens de periode dat de kinderopvang was gesloten.

Noodopvang kinderen ouders cruciaal beroep

21.000

43.888

64.888

Tijdens de periode van sluiting kinderopvang en basisonderwijs was er de mogelijkheid van noodopvang voor kinderen van ouders met een cruciaal beroep. Voor de extra kosten wordt de gemeente gecompenseerd.

Sport, cultuur en recreatie

5.02.0 Sportaccommodaties

Overig (1)

45.000

-

-

Betreft gemiste opbrengsten verhuur scholen en particulieren sporthallen en sportvelden.

5.03.0 Cultuurpresentatie,-prod-part

Lokale culturele infrastructuur 2020

383.199

383.199

383.199

Door het laat beschikbaar komen van deze middelen loopt de mogelijkheid om hierop een beroep te doen door tot in 2021. Ook binnen deze regeling is sprake van een budgetplafond ter voorkoming van het feit dat gemeenten meer geld kwijt zijn dan dat zij zelf gecompenseerd krijgen vanuit het Rijk. Omdat de aanvragen integraal en gelijktijdig afgewogen worden, wordt voorgesteld het gehele bedrag middels saldobestemming beschikbaar te houden voor 2021.

Sociaal domein

6.01.0 Samenkracht en burgerpart

Extra uitgaven buurt- en dorpshuizen

10.000

48.099

48.099

Betreft de gemiste inkomsten van verhuur van diverse wijkcentra.

Instandhouden lokale vrijwilligersorganisaties

20.743

20.743

20.743

Het Rijk stelt gemeenten in staat om lokale vrijwilligersorganisaties die als gevolg van COVID 19 in financiële problemen komen of dreigen te komen te compenseren.

6.03.0 Inkomensregelingen

Gemeentelijk schuldenbeleid

-

48.679

48.679

zie 6.04.0 Begeleide participatie

Bijzondere bijstand

-

16.904

16.904

zie 6.04.0 Begeleide participatie

6.04.0 Begeleide participatie

Exploitatietekort WSW bedrijven

430.621

-

430.621

Verwerkt in 2de begrotingswijziging Orionis die in onze jaarrekening 2020 is opgenomen.

6.05.0 Arbeidsparticipatie

Re-integratie bijstandsgerechtigden

-

-

134.813

zie 6.04.0 Begeleide participatie

6.07.1 Maatwerkdienstberlening 18+

Meerkosten en Inhaalzorg WMO

74.330

18.582

92.912

De meerkostenregeling Jeugdwet en Wmo worden centraal gecoördineerd en zorgt zo voor een administratieve lastenverlichting bij aanbieders en gemeenten. Ter voorkoming van een open einde regeling zijn de ontvangen rijksmiddelen gereserveerd voor uitvoering van de meerkostenregeling Wmo en Jeugdwet, zodat dit als budgetplafond kan dienen. Daarmee wordt voorkomen dat gemeenten meer geld kwijt zijn dan dat zij zelf gecompenseerd krijgen vanuit het Rijk. 80% van het budget wordt op Zeeuws niveau ingezet . De overige 20% van de rijksbijdrage blijft beschikbaar voor eventuele extra kosten voor zorg die door uitstel op een later moment moet worden ingehaald.

Geen eigen bijdrage WMO april en mei 2020

30.000

-

20.338

Minder abonnementstarief (EB) WMO-klanten. Minister De Jonge van VWS heeft besloten dat (vanwege het coronavirus) de eigen bijdrage voor in ieder geval de maanden april en mei niet zal worden geïnd door het CAK. Ondanks dit gegeven vertoont deze post in de jaarrekening toch een plus maar dat kent een andere reden omdat het minimabeleid niet meer van toepassing is op het innnen van het abonnementstarief.

6.07.2 Maatwerkdienstverlening 18-

Meerkosten en Inhaalzorg Jeugd

82.607

20.652

103.259

zie 6.07.1 Maatwerkdienstberlening 18+

Volksgezondheid en milieu

7.03.0 Afval

Overig (1)

127.700

-

-

Betreft hier de kosten van de milieustraat. Tijdens de corona periode hebben we gezien dat veel burgers hun 'zolders' zijn gaan opruimen. Dit heeft geresulteerd in lang wachtrijen bij de milieustraat omdat veel afval werd aangeboden. Dit levert eenmalig extra kosten op.

7.05.0 Begraafplaatsen en crematoria

Overig (1)

130.000

-

-

Lagere opbrengsten crematorium agv meer technische crematies en minder opbrengsten koffiekamer ivm max. groepsgrootte. Maar aan de andere kant zijn er ook minder lasten koffiekamer.

Volkshuisvesting, RO en sted vern

8.02.0 Grondexploit (niet-bedr.terr)

Overig (1)

14.500

-

-

Betreft extra rentelasten wegens uitstel verkoop grond.

Eindtotaal

3.731.400

623.463

2.565.660

  1. 1 (1) hiervoor zijn geen compensatiemiddelen beschikbaar gesteld
  2. 2 (2) Compensatie geldt voor alle onder dit nummer genomende gerelateerde kosten

Download pdf