Jaarstukken 2020

menu

Balans

Activa

Activa (bedragen × 1.000)

31-12-2020

31-12-2019

Vaste Activa

Immateriele vaste activa

558

630

Bijdrage in activa aan derden

558

630

Kosten onderzoek en ontwikkeling

0

0

Materiele vaste activa

151.398

155.796

Investeringen met een economisch nut

125.360

130.013

Materiele vaste activa econ nut heffingen

3.077

3.296

Investeringen met een maatschappelijk nut

19.296

18.984

In erfpacht uitgegeven gronden

3.665

3.503

Financiele vaste activa

12.292

12.385

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

1.897

1.897

Leningen aan woningbouwcooperaties

4.340

4.388

Overige langlopende leningen

6.055

6.101

Totaal Vaste Activa

164.248

168.811

Vlottende activa

Voorraden

66.127

69.346

Onderhanden werk grondexploitatie

66.105

67.941

Grond en hulpstoffen

22

1.405

Uitzetting kleiner dan 1jaar

2.924

2.779

Overige vorderingen

2.924

2.779

Liquide middelen

21

1.606

Banksaldi

0

1.584

Kassaldi

21

22

Overlopende activa

13.240

11.603

De ontvangen voorschotbedragen die ontstaan

door voorfinanciering op uitkeringen met

een specifiek bestedingsdoel

- Europese overheidslichamen

528

1.572

- Overige Nederlandse overheidslichamen

0

132

- het Rijk

141

0

Overige nog te ontvangen bedragen

12.571

9.899

Totaal Vlottende activa

82.313

85.334

Totaal activa

246.561

254.145

Recht op verliescompensatie krachtens de Wet op vennootschapsbelating 1969

0

780

Passiva

Passiva (bedragen × 1.000)

31-12-2020

31-12-2019

Vaste passiva

Eigen vermogen

40.419

40.342

Algemene reserve

13.111

13.653

Bestemmingsreserves

22.153

26.503

Gerealiseerd resultaat

5.155

186

Voorzieningen

17.334

16.236

Voorzieningen verplicht., verliezen, risico's

10.465

9.529

Voorzieningen ter egalisatie van kosten

3.260

3.223

Voorzieningen v bijdr aan toekomstige verv.inv

3.408

2.921

Voorzieningen voor middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is.

201

563

Vaste schulden

162.727

173.710

Binnenlandse banken en ov fin instellingen

162.627

173.607

Waarborgsommen

100

103

Totaal Vaste passiva

220.480

230.288

Vlottende passiva

Netto vlottende passiva

14.107

9.486

Kortlopende schulden

3.707

2.486

Banksaldi

5.400

0

Kasgeldlening

5.000

7.000

Overlopende passiva

11.974

14.371

Verplichtingen die het jaar zijn opgebouwd
De ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen
met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking
van volgende begrotingsjaren ontvangen van:

7.939

11.426

- het Rijk

1.200

930

- overige Nederlandse overheidslichamen

1.405

1.392

Overige vooruitontvangen bedr vlg begr.jaar

1.429

622

Totaal Vlottende passiva

26.081

23.857

Totaal passiva

246.561

254.145

Gewaarborgde geldleningen

188.255

178.640

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

Algemene grondslagen voor opstellen jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividenden zijn verantwoordt in het jaar waarin het besluit tot toekenning van het dividend door de Algemene vergadering van de vennootschap is genomen.

De algemene uitkering is opgenomen conform de laatste accresmededelingen, die in december 2020 is gepubliceerd.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het dienstjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidsgerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaasvindt, te denken valt aan overlopende verlofaanspraken.

De wetgever heeft bepaald dat het Centraal Administratie Kantoor (CAK) de berekening, oplegging en incasso van de eigen bijdragen in het kader van de WMO uitvoert. Als gevolg van privacy redenen hebben de gemeenten niet direct inzicht in de individueel door het CAK berekende eigen bijdrage van de client en kunnen daarom de juistheid en volledigheid van de eigen bijdrage niet vaststellen. Door de systematiek te kiezen van de eigen bijdrage door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdrage geen gemeentelijke verantwoordelijk is. Dat betekent dat door de gemeente geen zekerheden over de omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen krijgen.

Balans

De waarderingsgrondslagen worden per balansonderdeel nader toegelicht.

Vaste activa

Immateriële vaste activa

Bijdrage aan activa in eigendom van derden

Deze zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage, verminderd met de afschrijvingen.

Materiële vaste activa

Algemeen

Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend, inclusief de direct te relateren salariskosten. In de vervaardigingsprijs zijn een deel van de indirecte kosten toegerekend. De afschrijving van de materiële vaste activa vindt plaats op basis van een vast percentage of op basis van annuïteiten gebaseerd op de levensduur. Onderstaande de gehanteerde afschrijvingstermijnen:

Materiële vaste activa

Afschrijvingstermijn in jaren

Riolering

Aanleg

70

Elektrische installaties en pompen

15

Gebouwen nieuwbouw

Woonruimten

40

Scholen

40

Overige bedrijfsgebouwen

40

Gebouwen niet van steen

15

Liften

20

Gebouwen aankoop/renovatie/restauratie

Woonruimten

25

Scholen

25

Bedrijfsgebouwen

25

Begraafplaatsen

aanleg

40

algemene akker

40

eigen graven akker

40

Volkstuinen

aanleg, paden, parkeerplaatsen

25

watervoorziening

10

Inrichtingen/installaties

Openbare verlichting

25

Technische installaties in bedrijfsgebouwen

15

Verkeerslichten

15

Parkeerverwijssysteem

10-15

Veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen

10

Telefooninstallaties

10

Kantoor-, school en kantinemeubilair

10

1e inrichting onderwijs

10

Metalen hekwerken

20

Afrasteringen/ballenvangers

10

Aanleg en uitbreiding telefooninstallaties

10

Verkeersaanduidingen

10

Stemcomputers

10

Software

5

Hardware

3 - 5

Computerapparatuur en –programmatuur tbv raads- en collegeleden (gekoppeld aan raadsperiode)

4

Parkeermeters en –automaten

5

Roodlicht camera

5

Kantine- en keukeninventaris

5

Tijdregistratieapparatuur

5

Materieel

Hoogwerkers

10

Trilmachines

10

Tractoren en transportmachines

10

Auto’s

10

Aanhangwagens

10

Containers

10

Grafdelfmachines

10

Riooljets

8

Maaimachines

5

Versnipperaars

5

Huisvuilauto’s

8

Veegmachines

7

Materieel gladheidsbestrijding

10

Laadschop

10

Minikraan

10

Autokraan civiele techniek

12

Rolsteigers, ladders en loopbruggen

10

Hogedrukreiniger

10

Noodstroomaggregaat

10

Machines timmerwerkplaats

20

Investeringen met economisch nut

Deze materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

Conform de notitie grondbeleid worden gronden die zijn verworven met het oog op gebiedsontwikkeling, maar waarvoor nog geen operationele grondexploitatie is vastgesteld, opgenomen onder de materiele vaste activa. De gronden met voornemen tot bebouwing/strategische gronden zijn tegen de marktwaarde opgenomen.

Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

Dit betreffen investeringen die gedaan zijn voor riolering en het inzamelen van huishoudelijk afval. Op grond van art. 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden deze kosten bestreden door belasting te heffen.

Investeringen in openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt alleen voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2018 worden gedaan.

In erfpacht uitgegeven gronden

Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan woningbouwcorporaties en overige leningen, zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor de verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.

Vlottende activa

Voorraden

Grond -en hulpstoffen

Grond- en hulpstoffen zijn opgenomen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

Onderhanden werk, grond in exploitatie

De onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken). De toegerekende rente is gebaseerd op de daadwerkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen, 1,7%. Indien een verlies op een exploitatie wordt verwacht, vindt correctie plaats door middel van vorming van een voorziening die wordt gevormd op contante waarde waarbij de disconteringsvoet gelijk is een het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone. Dit is 2%.

Bij het stelsel van baten en lasten zoals geformuleerd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn het toerekeningbeginsel, het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel essentiële uitgangspunten. Baten en lasten – en het daaruit vloeiende resultaat – moeten worden toegerekend aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd. (Percentage of Completion-methoude). Bij meerjarige projecten betekent dit dat (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project als gerealiseerd moet worden beschouwd, maar gedurende de looptijd van het project tot stand komt en ook als zodanig moet worden verantwoord. Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten. Om de risico's die samenhangen met de zeer lang lopende projecten te beperken is het uitgangspunt dat de looptijd van de grondexploitatie in beginsel maximaal 10 jaar bedraagt.

Uiteenzetting met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Vorderingen

De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt bepaald op basis van geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende activa

Deze worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Vaste passiva

Voorzieningen

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders en de voorziening wachtgelden zijn echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen.

Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva

De kortlopende schulden en de overige vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Download pdf