Jaarstukken 2019

menu

Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Inleiding

De gemeente Middelburg onderkent het belang van risicomanagement. Het gaat hierbij om het beheersen van risico’s die de bedrijfsvoering kunnen belemmeren. In deze paragraaf worden de risico’s in relatie tot de financiële weerstand gelegd.

Deze paragraaf weerstandsvermogen is als rapportage een onderdeel van het risicomanagement-proces en geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de gemeente Middelburg. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële draagkracht van de gemeente indien zich onvoorziene tegenvallers voordoen.

De paragraaf verwoordt in het kort uit welke componenten het weerstandsvermogen bestaat en waar de uitgangspunten van risicomanagement zijn vastgelegd (beleid). Verder wordt inzicht gegeven in de opbouw van het risicoprofiel (de gesignaleerde risico’s), de opbouw van de weerstandscapaciteit (vrije middelen op de gesignaleerde risico’s in financiële zin op te kunnen vangen) en het weerstandsvermogen (koppeling van de risico’s en de weerstandscapaciteit).

Beleidskader

Risicomanagementbeleid

Het beleid dat de gemeente voert ten aanzien van risicomanagement is vastgelegd in een risicomanagementbeleidsnotitie. In dit beleidsstuk is de werkwijze vastgelegd en zijn de uitgangspunten bepaald ten aanzien van risicomanagement. Op basis van dit beleidsstuk is deze paragraaf weerstandsvermogen opgesteld.

De gemeente is verplicht zowel in de programmabegroting als in de programmarekening de risico’s te vermelden die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden.

Bij het opstellen van de programmabegroting en jaarrekening dient een zo goed mogelijk beeld van kwantificeerbare risico’s aanwezig te zijn. Dat betekent evenwel niet dat in de gemeentelijke huishouding geen financiële risico’s meer aanwezig zouden zijn. Net als iedere andere organisatie heeft ook de gemeente bij de uitvoering van haar taken te maken met onzekerheden die kunnen leiden tot financiële nadelen.

Wat is weerstandsvermogen?

Het weerstandsvermogen bestaat uit:

  • De weerstandscapaciteit. Dit zijn de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente kan beschikken om niet begrote kosten te dekken.

  • Alle risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn.

Voorwaarden in een continu proces

Risicomanagement heeft op het niveau van de raad, het college en het ambtelijk management een structurele plek gekregen binnen de planning- en controlcyclus. Voor de raad betekent dit dat bij zowel de begroting als bij de jaarrekening gerapporteerd wordt hoe de risico’s zich ontwikkelen en hoe deze zich verhouden tot de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit.

Eén van de voorwaarden voor een adequaat risicomanagement is dat bestuurlijke doelstellingen voor programma’s, strategische projecten en grondexploitaties helder zijn. Verder is het noodzakelijk dat zowel bestuur als management zich bewust zijn dat risicomanagement onderdeel is van het normaal besturen en managen van de gemeente. Dit betekent dat het inventariseren van risico’s, het inschatten ervan en het treffen van maatregelen voortdurend in de praktijk wordt uitgevoerd.

Risico's

Uitkomsten inventarisatie

Het risicoprofiel is zeer divers van aard. Zowel grote als relatief kleinere risico’s, risico’s met interne of externe oorzaak en operationeel dan wel strategisch van aard zijn genoemd.

Om het risicoprofiel te structureren wordt gebruik gemaakt van risicocategorieën. Hierdoor kunnen risico’s naar soort worden gerangschikt. Verder is inzichtelijk wat de risicoscore (kans x gevolg) is voor en na het implementeren van beheersmaatregelen. Om een risicoweging mogelijk te kunnen maken wordt elk risico gewogen op kans van voorkomen en geldelijk gevolg. Voor zowel kans als gevolg is een vijftal klassen gedefinieerd waardoor de uiteindelijke risicoscore ligt tussen de 0 (minimaal) en 25 (maximaal).

Beheersmaatregelen

Soms is het mogelijk om voor de geïdentificeerde risico’s beheersmaatregelen te treffen. De getroffen maatregelen zijn bedoeld om óf de kans van een risico te verlagen óf de gevolgen te reduceren. Hierdoor neemt de risicoscore af en zal de totale impact van de risico’s op de organisatie afnemen. Beheersmaatregelen zijn te onderscheiden in twee categorieën; financieringsmaatregelen en control-maatregelen. Een financieringsmaatregel is een maatregel waarbij het risico niet gereduceerd wordt, maar dat er financieel gezien dekking voorhanden is als het risico zich daadwerkelijk voordoet. Om risicomanagement effectief te laten zijn is het daarnaast wenselijk om bij het benoemen van beheersmaatregelen ook te kijken naar ‘control-maatregelen’. Dit zijn maatregelen die de kans van optreden of de directe gevolgen van een risico kunnen reduceren.

De risicokaart

Om meer inzicht te krijgen in de spreiding van de risico’s naar kans van optreden en gevolg, wordt gebruik gemaakt van de risicokaart, zie de figuur hieronder. De nummers in de risicokaart corresponderen met de aantallen risico’s die zich in het desbetreffende vak van de risicokaart bevinden. Daarmee wordt direct inzichtelijk hoe de risico’s zijn verdeeld over het groene, oranje en rode gebied.

Een risicoscore in het groene gebied, vormt geen direct gevaar voor de continuïteit van de organisatie. Risico’s die in het oranje gebied zitten vragen om aandacht. Ze vormen individueel nog geen reëel gevaar voor de continuïteit van de organisatie, maar naarmate de tijd vordert, kan het risico wel een bedreiging gaan vormen. Voor deze risico’s wordt het dan ook aangeraden niet lang te wachten met het uitvoeren van benoemde beheersmaatregelen.

In de risicokaart wordt duidelijk dat er zich relatief veel risico’s in de groene en oranje zone bevinden, onder/midden in de risicokaart. Bij beheersing van deze risico’s die veel voorkomen kan op de korte termijn kostenreductie gerealiseerd worden en op de langere termijn serieuze bedreigingen ten aanzien van de continuïteit van de bedrijfsvoering worden voorkomen.

Een risico dat zich bevindt tegen of in het rode gebied, vereist directe aandacht om te voorkomen dat de continuïteit van de organisatie wordt bedreigd. De gemeente Middelburg kent een aantal van deze risico’s. Dit zijn ook de risico’s die een zware weging hebben binnen de top 10 van de gesignaleerde risico’s binnen onze gemeente, gelet op financiële impact op de organisatie.

Weerstandscapaciteit

Op basis van het geconsolideerde risicoprofiel van de gemeente Middelburg kan worden bepaald hoeveel geld benodigd is om alle risico’s te kunnen financieren. De benodigde weerstandscapaciteit wordt berekend op basis van een risicosimulatie (Monte Carlo methode). Uitgangspunt hierbij is een statistische benadering die er van uit gaat dat nooit alle risico’s zich én tegelijk, én in hun maximale omvang voordoen. Door deze benadering kan op een verantwoorde manier minder vermogen aan worden gehouden.

In totaal zijn er voor de gemeente 36 risico’s geïdentificeerd en gekwantificeerd. Het onderdeel “wijzigingen in risicoprofiel” verderop in deze paragraaf, bevat een toelichting op de mutaties die binnen het risicoprofiel hebben plaatsgevonden.

Rekening houdend met de inschatting van kans op voorkomen en verwacht geldelijk gevolg, kan op basis van de Monte Carlo techniek bepaald worden dat in 90% van de simulaties het totale risicobedrag niet boven de 22,6 mln uitstijgt.

Risico top 10

In de hiernavolgende tabel wordt de top 10 risico’s van de gemeente Middelburg gerangschikt naar financiële impact weergegeven. Het percentage geeft in grote lijnen de weging van het betreffende risico aan ten opzichte van het totaal aan risico’s. Hieruit is af te leiden dat de top 10 risico’s een weging heeft van ruim 90% in het totaal van de gedefinieerde risico’s.

Belangrijkste risico’s

Invloed (%)

Het Actieplan Sociaal Domein wordt vertraagd of slechts gedeeltelijk uitgevoerd waardoor de geformuleerde taakstelling (gefaseerd oplopend naar structureel 6,25 mln in 2023) niet of niet volledig kan worden ingevuld, hetgeen leidt tot (incidentele/structurele) tekorten ten aanzien van de lopende begroting en het meerjarig financieel perspectief.

26%

Als gevolg van de Coronacrisis wordt de gemeente geconfronteerd met tegenvallende inkomsten en hogere uitgaven, hetgeen leidt tot (incidentele/structurele) tekorten ten aanzien van de lopende begroting en het meerjarig financieel perspectief.

20%

Vertraging en lagere opbrengstontwikkeling van lopende en geplande grondexploitaties (woningen en bedrijventerrein) ten opzichte van de prognoses in het basisscenario Grondbedrijf waardoor het saldo van de reserve grondbedrijf nadelig beïnvloed wordt (scenario: Grondbedrijf risicoscenario).

19%

Herverdeling van het gemeentefonds klassiek en Sociaal Domein per 1/1 2022 leidt tot lagere algemene uitkering

15%

Het deels of in zijn geheel niet tot ontwikkeling brengen van reeds aangekochte gronden (als gevolg van onvoldoende draagvlak, politieke keuzes, duurzaamheidsladder) leidt tot een lager ontwikkelpotentieel binnen het Grondbedrijf waardoor enerzijds verliezen ontstaan doordat complexen (deels) afgewaardeerd moeten worden en anderzijds de rente over deze complexen niet meer aan het grondbedrijf mag worden toegerekend (scenario: Grondbedrijf specifieke risico’s).

13%

Het afsluiten van noodzakelijke overbruggingsovereenkomsten (duur 1,5 jaar) als gevolg van het faillissement van vervoerder TCR, leidt tot stijging van de vervoerkosten.

1%

Een gedeelte van de personeelskosten (inclusief overhead) wordt gedekt door investeringsprojecten waardoor bij afname van het aantal projecten de dekking van deze kosten wegvalt en tot extra lasten in de reguliere exploitatie zal leiden.

1%

Invoering van de Omgevingswet noopt tot aanschaf software om digitale aanvragen per 1/1 2021 te kunnen faciliteren.

1%

De instandhoudingsbijdrage aan Intervence zal ook de komende jaren nog aan de orde zijn waarbij getracht wordt deze op te vangen binnen de beschikbare budgetten voor Jeugd

1%

De “open-einde” regeling bij Gemeenschappelijke Regelingen kan leiden tot onverwachte tegenvallers bij de deelnemende gemeenten

1%

Wijzigingen in risicoprofiel ten opzichte van risicoprofiel Begroting 2020;

De omvang van het risicoprofiel is ten opzichte van de vorige rapportage (Begroting 2020) met 7.5 mln toegenomen tot 22.6 mln. Deze forse stijging wordt nagenoeg volledig veroorzaakt door enerzijds de opname van een nieuw risico met betrekking tot de financiële impact als gevolg van de coronacrisis en anderzijds een aangepaste kwantificering van het risico in verband met de effecten als gevolg van de herverdeling van het gemeentefonds die per 1 januari 2022 ingevoerd wordt.

De uiteindelijke financiële impact van de coronacrisis voor de gemeente Middelburg is afhankelijk van veel factoren. Dit zal zeer afhankelijk van de duur en impact van de crisis op de reguliere gemeentelijke inkomsten en uitgaven, de omvang van het te verlenen pakket aan (steun)maatregelen en de bijdrage die hiervoor vanuit het Rijk beschikbaar wordt gesteld. Omdat een financiële duiding van dit risico op dit moment niet te geven is, is het risico ongeveer gelijk gesteld aan de weging van de risico’s binnen het WMO/Jeugdbudget en de risico’s binnen het Grondbedrijf. Het coronarisico krijgt hiermee direct een plaats in onze top 3 van het risicoprofiel. In de komende maanden zal dit risico steeds verder geconcretiseerd kunnen worden waardoor wij ten tijde van het opstellen van de begroting 2021 beter in staat zullen zijn dit risico te kwantificeren.

Een andere factor die leidt tot de stijging van het risicoprofiel is de zwaardere weging van het risico aangaande de herverdelingseffecten van het gemeentefonds (zowel klassiek-deel als Sociaal Domein). In de voorliggende periode heeft onderzoek plaatsgevonden naar de herverdeling van het gemeentefond per 1 januari 2021. In het eerste kwartaal 2020 zijn de eerste onderzoeksresultaten gepresenteerd. Voor gemeenten met 20.000 - 50.000 inwoners komt het herverdeel-effect nadelig uit (53 euro per inwoner). Voor de gemeente Middelburg zou dit een korting betekenen van rond 2,5 mln structureel. Vanwege de grote verschuivingen wordt nader onderzoek gedaan. De verwachting is dat het herverdeeleffect uiteindelijk lager zal uitpakken maar voorzichtigheidshalve wordt rekening gehouden dat 50 tot 75% van het nu becijferde nadeel uiteindelijk wordt doorgevoerd. Omdat aanvullend onderzoek noodzakelijk is, is de invoeringsdatum met een jaar opgeschoven naar 1 januari 2022.

Weerstandscapaciteit

Om de risico’s te kunnen opvangen is het van belang dat de gemeente over een buffer beschikt die hiervoor voldoende is, de zogenaamde weerstandscapaciteit.

Onbenutte belastingcapaciteit

Hieronder wordt verstaan de mogelijkheid die de gemeente heeft om de belastingen te verhogen. Bij tarieven waar kostendekking een rol speelt is van onbenutte belastingcapaciteit sprake voor zover nog geen volledige kostendekking wordt gerealiseerd. Aan de hoogte van de overige tarieven is theoretisch geen bovengrens gesteld; de gemeente kan deze echter niet tot in het oneindige verhogen.

Onvoorziene uitgaven

Voor onvoorziene uitgaven is in de begroting jaarlijks een bedrag van 200.000 voor handen. Dit bedrag is afgestemd met de provincie en akkoord bevonden.

Vrij besteedbare reserves

Als vrij besteedbare reserves beschouwen wij de algemene reserves en de bestemmingsreserves waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan.

Stille reserves

Van stille reserves is sprake wanneer de marktwaarde van bepaalde activa hoger is dan de op de balans opgenomen boekwaarde. De aanwezigheid van dergelijke stille reserves is een onvermijdelijk gevolg van het voorschrift dat de boekwaarde van de activa gebaseerd moet zijn op de historische kostprijs.

Een stille reserve kan tot de weerstandscapaciteit worden gerekend indien:

  • het desbetreffende actief vrij verhandelbaar is;

  • de opbrengst bij verkoop uitgaat boven het bedrag dat nodig is om wegvallende inkomsten op te vangen.

De gemeentelijke aandelen in PZEM en de B.N.G., gewaardeerd tegen de nominale waarde, kunnen niet tot de weerstandscapaciteit gerekend worden zolang zij niet vrij verhandelbaar zijn. Wanneer dit wel het geval zal zijn, zal de eventuele opbrengst ter versteviging van de weerstandscapaciteit kunnen worden ingezet.

De gemeente beschikt over een aantal panden waarvan de verwachte verkoopwaarde hoger is dan de huidige boekwaarde. Aangezien de meeste van deze panden door de gemeente verhuurd worden of in gebruik gegeven zijn, nemen wij voorzichtigheidshalve deze stille reserves niet mee in de berekening van de weerstandscapaciteit.

De beschikbare weerstandscapaciteit is als volgt bepaald:

Weerstandscapaciteit (x1000 €) per 1 januari

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Reserve Grondbedrijf (op basis van Basisscenario Grondbedrijf feb. 2020)

8.555

7.398

8.406

9.935

12.226

15.394

Reserve Strategische Projecten

60

0

0

0

0

0

Algemene Reserve

17.340

13.653

9.723

9.525

9.197

8.917

Reserve Rente Financiering Strategische Projecten

750

750

750

750

750

750

Onvoorzien

202

202

202

202

202

202

Totaal beschikbare weerstandscapaciteit per 1 januari

26.907

22.003

19.081

20.412

22.375

25.263

Wijzigingen in weerstandscapaciteit t.o.v. projectie weerstandscapaciteit Begroting 2020;

In het overzicht hierboven wordt de meest recente prognose afgegeven voor wat betreft de ontwikkeling van de weerstandscapaciteit. Deze prognose ligt per 1 januari 2024 met 25.3 mln ongeveer 2.8 mln lager dan de prognoses ten tijde van het opstellen van de begroting 2020 (28.1 mln).

De daling van de weerstandscapaciteit wordt veroorzaakt door een 2.0 mln lagere stand van de reserve Grondbedrijf (doorrekening Grondbedrijf februari 2020) en een 0.8 lagere stand van de algemene reserve als gevolg van de verwerking van het nadelig rekeningresultaat in de jaarrekening 2019.

Weerstandsvermogen

In het voorgaande is zowel de benodigde als de beschikbare weerstandscapaciteit bepaald. In deze paragraaf kan een relatie worden gelegd tussen deze twee componenten om het weerstandsvermogen van de gemeente Middelburg te bepalen en daarover een oordeel te vellen.

De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.

Voor Middelburg betekent dit voor 2020, gebaseerd op de gemiddelde weerstandscapaciteit in 2020, een ratio van 0.91 (20,5 mln weerstandscapaciteit / 22,6 mln risicoprofiel).

Indien de huidige omvang van het risicoprofiel afgezet wordt tegen de gemiddelde weerstandscapaciteit in de komende jaren zien we dat de ratio zich als volgt ontwikkelt:

Weerstandsratio

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Gemiddelde weerstandscapaciteit

24.455

20.542

19.747

21.394

23.819

26.760

Risicoomvang per maart 2020

22.600

22.600

22.600

22.600

22.600

22.600

Weerstandsratio

1,08

0,91

0,87

0,95

1,05

1,18

Beoordeling weerstandsvermogen

Gegeven de ratio van 0,91 per 2020 betekent dit voor Middelburg dat het weerstandsvermogen als “matig” wordt gekwalificeerd. Echter, om een goed beeld te verkrijgen van de financiële weerbaarheid van de organisatie is het van belang om juist de ontwikkeling van de ratio op de middellange termijn te bekijken. Op basis van de huidige aannames ten aanzien van het risicoprofiel en weerstandscapaciteit zien we de weerstandsratio in periode 2019 - 2024 geleidelijk stijgen tot 1,18; een ratio wat de kwalificatie “voldoende” heeft. Dit betekent dat, zoals het er nu naar uitziet, voldoende reserves (weerstandscapaciteit) beschikbaar zijn om de te verwachten financiële tegenvallers (risico’s) op te kunnen vangen.

Gelet op de huidige economische ontwikkelingen en hiermee gepaard gaande onzekerheden zal de ontwikkeling van het weerstandsvermogen nadrukkelijk gevolgd moeten blijven worden. De ontwikkelingen binnen het Sociaal Domein en het Grondbedrijf en daarnaast de onzekerheden ten aanzien van de coronacrisis zijn cruciale factoren die de ontwikkeling van het weerstandsvermogen sterk kunnen beïnvloeden.

In eerste instantie dient het beheersen van de huidige risico’s alle aandacht te krijgen en zal met het aangaan van nieuwe (risicovolle) projecten en activiteiten zeer terughoudend moeten worden omgegaan.

Financiele kengetallen

Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeente (BBV) stelt een vijftal kengetallen verplicht. Doel hiervan is dat de gemeenteraad gemakkelijker inzicht krijgt in de financiële positie van hun gemeente. In de regeling van de minister is expliciet opgenomen de wijze waarop de kengetallen moeten worden berekend. Onderstaand de berekende kengetallen voor de gemeente Middelburg en een toelichting per kengetal.

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. De netto schuldquote neemt af met 13%, van 114% in 2018 naar 101% in 2019. De netto schuld is afgenomen met 8,4 mln, met name door ontvangsten bij verkopen van de gronden en panden.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in inclusief als exclusief doorgeleende gelden weergegeven. Dit noemen we de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen. Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, op voorwaarde dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen (zie artikel 36 lid b en c BBV).

De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen in 2019 is gedaald met 13% ten opzichte van 2018. Deze daling is gelijk aan de netto schuldquote.

Solvabiliteitsratio

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio is in 2019 bedraagt 17%.

Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, door de structurele baten en structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Door de tekorten in het Sociaal Domein is dit kengetal -3% op de totale baten van 180 mln, betekent dit 5,4 mln.

Grondexploitatie

Het kengetal geeft weer hoe de waarde van de grondexploitatie zich verhoudt tot de totale baten. Door het in exploitatie nemen van onder andere het complex Cleene Hooge, Sint Laurens Zuid en Oost is dit kengetal gestegen van 32% in 2018 naar 38% in 2019.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Voor de jaarrekening 2019 komt het kengetal voor de belastingcapaciteit uit op 99%. De belastingcapaciteit ligt onder het landelijk gemiddelde.

Download pdf