Balans
Activa
Activa (bedragen × € 1.000) | 31-12-2019 | 31-12-2018 | ||
---|---|---|---|---|
Vaste Activa | ||||
Immateriele vaste activa | 630 | 700 | ||
Bijdrage in activa aan derden | 630 | 700 | ||
Kosten onderzoek en ontwikkeling | 0 | 0 | ||
Materiele vaste activa | 155.796 | 180.478 | ||
Investeringen met een economisch nut | 130.013 | 156.086 | ||
Materiele vaste activa econ nut heffingen | 3.296 | 2.172 | ||
Investeringen met een maatschappelijk nut | 18.984 | 18.814 | ||
In erfpacht uitgegeven gronden | 3.503 | 3.406 | ||
Financiele vaste activa | 12.385 | 11.940 | ||
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen | 1.897 | 1.897 | ||
Leningen aan woningbouwcooperaties | 4.388 | 4.433 | ||
Overige langlopende leningen | 6.101 | 5.610 | ||
Totaal Vaste Activa | 168.811 | 193.118 | ||
Vlottende activa | ||||
Voorraden | 69.346 | 55.185 | ||
Onderhanden werk grondexploitatie | 67.941 | 52.677 | ||
Grond en hulpstoffen | 1.405 | 2.509 | ||
Uitzetting kleiner dan 1jaar | 2.779 | 2.702 | ||
Overige vorderingen | 2.779 | 2.702 | ||
Liquide middelen | 1.606 | 42 | ||
Banksaldi | 1.584 | 0 | ||
Kassaldi | 22 | 42 | ||
Overlopende activa | 11.603 | 12.022 | ||
Europese overheidslichamen | 1.572 | 312 | ||
Overige Nederlandse overheidslichamen | 132 | 39 | ||
Overige nog te ontvangen bedragen | 9.899 | 11.671 | ||
Totaal Vlottende activa | 85.334 | 69.951 | ||
Totaal activa | 254.145 | 263.069 |
Recht op verliescompensatie krachtens de Wet op vennootschapsbelating 1969 | 780 | 2.309 |
Passiva
Passiva (bedragen × € 1.000) | 31-12-2019 | 31-12-2018 | ||
---|---|---|---|---|
Vaste passiva | ||||
Eigen vermogen | 40.342 | 44.239 | ||
Algemene reserve | 13.653 | 17.341 | ||
Bestemmingsreserves | 26.503 | 24.062 | ||
Gerealiseerd resultaat | 186 | 2.837 | ||
Voorzieningen | 16.236 | 14.100 | ||
Voorzieningen verplicht., verliezen, risico's | 9.529 | 7.457 | ||
Voorzieningen ter egalisatie van kosten | 3.786 | 4.665 | ||
Voorzieningen v bijdr aan toekomstige verv.inv | 2.921 | 1.978 | ||
Vaste schulden | 173.710 | 185.491 | ||
Binnenlandse banken en ov fin instellingen | 173.607 | 185.386 | ||
Waarborgsommen | 103 | 105 | ||
Totaal Vaste passiva | 230.288 | 243.831 | ||
Vlottende passiva | ||||
Netto vlottende passiva | 9.486 | 3.031 | ||
Kortlopende schulden | 2.486 | 2.463 | ||
Banksaldi | 0 | 568 | ||
Kasgeldlening | 7.000 | 0 | ||
Overlopende passiva | 14.371 | 16.207 | ||
Verplichtingen die het jaar zijn opgebouwd | 11.426 | 13.568 | ||
- het Rijk | 930 | 447 | ||
overige Nederlandse overheidslichamen | 1.392 | 1.438 | ||
Overige vooruitontvangen bedr vlg begr.jaar | 622 | 753 | ||
Totaal Vlottende passiva | 23.857 | 19.238 | ||
Totaal passiva | 254.145 | 263.069 |
Gewaarborgde geldleningen | 178.640 | 182.521 |
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.
Algemene grondslagen voor opstellen jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar wordt gesteld.
De algemene uitkering is opgenomen conform de laatste accresmededelingen, die in december 2019 is gepubliceerd.
Balans
De waarderingsgrondslagen worden per balansonderdeel nader toegelicht.
Vaste activa
Immateriële vaste activa
Bijdrage aan activa in eigendom van derden
Deze zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage, verminderd met de afschrijvingen.
Materiële vaste activa
Algemeen
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend, inclusief de direct te relateren salariskosten. In de vervaardigingsprijs zijn een deel van de indirecte kosten toegerekend.
Investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. De afschrijving van de materiële vaste activa met economisch nut vindt plaats op basis van een vast per- centage of op basis van annuïteiten gebaseerd op de levensduur.
Conform de notitie grondexploitaties 2017 van de commissie BBV zijn NIEGG en bouwgronden in exploitatie (BIE) die per 1 januari 2017 uit exploitatie zijn genomen, op basis van een overgangsbepaling tegen de boekwaarde per 1 januari 2017 (ingangsdatum Wijzigingsbesluit) geherrubriceerd naar de materiële vaste activa. Deze overgangsbepaling heeft een looptijd van 4 jaar. Op 31 december 2019 zijn deze gronden op de marktwaarde getoest. Daarbij heeft in 2019 een afwaardering van de gronden plaatsgevonden.
Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Dit betreffen investeringen die gedaan zijn voor riolering en het inzamelen van huishoudelijk afval. Op grond van art. 229 lid 1 a en b Gemeentewet worden deze kosten bestreden door belasting te heffen.
Investeringen in openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichting om alle investeringen te activeren volgens de nieuwe methode geldt alleen voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2018 worden gedaan.
In erfpacht uitgegeven gronden
Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan woningbouwcorporaties en overige leningen, zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor de verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.
Vlottende activa
Voorraden
Grond -en hulpstoffen
Grond- en hulpstoffen zijn opgenomen tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Onderhanden werk, grond in exploitatie
De onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken). De toegerekende rente is gebaseerd op de daadwerkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen, 1,8%. Indien een verlies op een exploitatie wordt verwacht, vindt correctie plaats door middel van vorming van een voorziening die wordt gevormd op contante waarde waarbij de disconteringsvoet gelijk is een het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone. Dit is 2%.
Voor de bepaling of sprake is van een winst en verlies is uitsluitend rekening gehouden met opbrengsten die binnen 10 jaar worden verwacht. Indien en voor zover er dan na 10 jaar sprake is van een verlies of een verhoogd verlies wordt hier eveneens een voorziening voor gevormd op dezelfde grondslag als eerder vermeld.
Bij het stelsel van baten en lasten zoals geformuleerd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn het toerekeningbeginsel, het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel essentiële uitgangspunten. Baten en lasten – en het daaruit vloeiende resultaat – moeten worden toegerekend aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd. (Percentage of Completion-methoude). Bij meerjarige projecten betekent dit dat (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project als gerealiseerd moet worden beschouwd, maar gedurende de looptijd van het project tot stand komt en ook als zodanig moet worden verantwoord. Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten.
Uiteenzetting met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Vorderingen
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt bepaald op basis van geschatte inningskansen.
Liquide middelen en overlopende activa
Deze worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Vaste passiva
Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders en de voorziening wachtgelden zijn echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. De onderhoudsegalisatievoorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
De kortlopende schulden en de overige vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.