Lokale heffingen

Inleiding

Algemeen

De lokale lasten zijn een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, betaald door burgers en bedrijven. Deze inkomsten worden verkregen op grond van publiekrechtelijke regels.

De lokale lasten kunnen worden onderverdeeld in heffingen waarvan de hoogte van de tarieven gekoppeld is aan de kosten, zoals de rioolheffing en de afvalstoffenheffing en heffingen waar dit niet het geval is, zoals de onroerendezaakbelastingen en toeristenbelasting.

Beleidskader

Het college heeft de volgende uitgangspunten geformuleerd:

• De totale gemeentelijke lasten voor burger en bedrijfsleven worden trendmatig verhoogd en daarnaast wordt er stapsgewijs verhoogd naar het Zeeuwse gemiddelde.

• Indien er sprake is van meer dan trendmatige verhoging van lokale lasten, dan dient deze vergezeld te gaan van een heldere, acceptabele en verdedigbare verantwoording.

Overzicht belastingen en heffingen

Tarieven 2019

Het beleidsuitgangspunt bij alle heffingen is de jaarlijkse verhoging met de inflatiecorrectie en een stapsgewijze verhoging naar het Zeeuwse gemiddelde (op basis van 2010).

Voor 2019 betekent dit dat alle heffingen trendmatig zijn verhoogd (1,2%). Alleen bij de rioolheffing (1% extra verhoging), de OZB (aangepast aan de nieuwe WOZ waarden en 10% extra verhoging) en de toeristenbelasting (€ 50.000,-- extra opbrengst) worden de tarieven anders berekend. In onderstaand overzicht zijn niet meegenomen de marktgelden en de scheepvaartrechten.

Overzicht belastingen en heffingen

Algemeen

In het resultaat per heffing zijn de verminderingen reeds verwerkt en indien van toepassing.

Reinigingsheffingen

De reinigingsheffingen bestaan uit de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht.

De afvalstoffenheffing levert in 2019 € 100.000,-- meer op dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt doordat in de begroting onvoldoende rekening is gehouden met de mutatiebijhouding (nieuwbouw/splitsing) en de leegstand te hoog is ingeschat.

Over de oude jaren wordt nog een overschot van € 20.000,-- gemeld.

Het reinigingsrecht laat een tekort zien van € 7.500,--. Dit is het gevolg van een trend van de afgelopen jaren. Een afname van het aantal bedrijven die gebruik maken van deze dienst.

Over de oude jaren wordt nog een overschot van € 1.700,-- gemeld.

Rioolheffingen

De rioolheffingen bestaan uit eigendom en gebruiksheffingen voor zowel woningen als niet-woningen.

De rioolheffing 2019 heeft een overschot ten opzichte van de raming van € 30.000,-- . Dit wordt veroorzaakt doordat in de begroting onvoldoende rekening is gehouden met de mutatiebijhouding (nieuwbouw/splitsing) en de leegstand te hoog is ingeschat.

Daarnaast laat de Rioolheffing voorgaande jaren nog een positief resultaat van € 6.300,-- zien.

Onroerende-zaakbelastingen

De opbrengst van de OZB 2019 is € 119.000,-- hoger dan geraamd. De te lage inschatting van de WOZ waarden van de nieuwbouw/verbouw is de oorzaak van dit overschot.

Toeristenbelasting

De methodiek van de toeristenbelasting is dat er gedurende het seizoen een voorlopige aanslag wordt opgelegd die ± 80% van het werkelijke aanslagbedrag betreft. Definitieve aanslag wordt eind maart van het daarop volgende jaar opgelegd.

In de huidige cijfers is de voorlopige aanslag verwerkt en is een inschatting gemaakt van de definitieve aanslag. Het resultaat over 2019 inclusief de nog op te leggen definitieve aanslag wordt ingeschat op ± € 257.000,--.

De toeristenbelasting 2019 is € 177.000,-- hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door de toename van het aantal overnachtingen als gevolg van een goed seizoen.

Over de oude jaren wordt nog een overschot gemeld van € 14.000,--.

Parkeerbelasting

De opbrengst van de naheffingen parkeerbelastingen is lager dan de raming (€ 74.000,--). Op basis van 2018 is de raming parkeerbelastingen 2019 met € 25.000 verhoogd. Nu blijkt dat 2018 een prima jaar is geweest en dat 2019 hier duidelijk op achter blijft.

Over de oude jaren wordt nog een voordeel van € 38.000,-- gemeld.

Precariobelasting

De opbrengst van de precariobelasting 2019 levert een voordeel op € 235.000,--.

Over de oude jaren wordt een tekort gemeld van € 3.500,--

Het verschil wordt veroorzaakt door de opbrengst precariobelasting die wordt verantwoord bij de afdeling Vergunningverlening en Handhaving.

Reclamebelasting

De opbrengst van de reclamebelasting levert een tekort op van € 13.000,-- ten opzichte van de raming. Het tekort op de raming is een tendens van de afgelopen jaren. Dit wordt veroorzaakt door een afnemend aantal reclame objecten door leegstand.

Lokale lastendruk

In onderstaande tabel wordt een overzicht getoond van de lokale lastendruk van een meerpersoonshuishouden in de Zeeuwse gemeenten.

Het bedrag van de onroerende-zaakbelasting is gebaseerd op de door de Waarderingskamer aangegeven gemiddelde WOZ waarde van een woning per gemeente

Middelburg heeft voor een meerpersoonshuishouden na de gemeenten Veere en Goes in 2019 de laagste gemeentelijke lasten.

Kengetallen

In bovenstaand overzicht worden de kengetallen voor de woonlasten van een gezin getoond. De woonlasten voor 2019 zijn iets hoger dan de begroting. De lasten voor de onroerendezaakbelasting zijn gestegen tov 2018 omdat de gemiddelde WOZ waarde van een woning is gestegen.

De benutte belastingcapaciteit is hiermee gestegen van 92% naar 99%.

Kwijtscheldingsbeleid

Gemeenten kunnen met inachtneming van de Invorderingswet 1990 kwijtschelding verlenen voor gemeentelijke heffingen, waarbij zij zelf kunnen beslissen voor welke heffingen kwijtschelding mogelijk is.

Kwijtschelding wordt de volgende heffingen verleend:

Aanvullend zijn de volgende voorwaarden vastgesteld:

• Alle natuurlijke personen komen in aanmerking voor kwijtschelding.

• Kleine ondernemers komen in aanmerking voor hun privé belastingen.

• de normbedragen voor kwijtschelding worden gesteld op 100%.

Sabewa Zeeland voert voor ons de toetsing van kwijtscheldingverzoeken uit. Sinds 2010 wordt deelgenomen aan de automatische beoordeling van een deel van de kwijtscheldingsaanvragen. Dit gebeurt bij de Stichting Inlichtingenbureau, opgericht door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Kwijtscheldingen 2019

Sabewa Zeeland heeft de verzoeken om kwijtschelding tijdig afgehandeld. Over 2019 zijn nog een beperkt aantal beroepschriften in behandeling.

Geautomatiseerde kwijtscheldingen

In 2019 is voor de afvalstoffenheffing in 908 gevallen geautomatiseerde kwijtschelding verleend.

Voor de rioolheffing ligt dit aantal op 909.

Handmatig beoordeelde verzoeken om kwijtschelding

Daarnaast zijn door Sabewa Zeeland handmatig de kwijtscheldingsverzoeken beoordeeld die niet in aanmerking kwamen voor de geautomatiseerde afhandeling omdat er extra informatie moest worden verzameld.

Voor de afvalstoffenheffing waren dit 768 verzoeken en voor de rioolheffing betrof dit 757 verzoeken.

Kostenonderbouwing tarieven

Vanaf de begroting 2017 moet in de paragraaf lokale heffingen een overzicht van baten en lasten worden opgenomen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten. Bij de hierna opgesomde heffingen is hiervan sprake. Bij deze heffingen is het toegestaan om maximaal 100% van de kosten te dekken. Dit is in de gemeente Middelburg uitgangspunt. In de onderstaande gegevens worden de totale gerealiseerde kosten en baten in 2019 met elkaar vergeleken en wordt het kostendekkingspercentage genoemd. Alle onderstaande heffingen voldoen aan het criterium, maximaal 100% dekking met uitzondering van de scheepvaartrechten en de marktgelden.

Reinigingsrechten

Rioolheffing

Marktgelden

Begrafenisrechten

Scheepvaartrechten

Leges Titel I, II en III

Totale kosten € 1.918.546

Totale baten € 1.737.086

Kostendekking 91%

Omdat de leges over tal van producten wordt geheven en hierboven het gemiddelde kostendekkingspercentage (91%) is aangegeven wordt in onderstaande tabel de kostendekking per hoofdstuk in de legesverordening aangegeven.

In de onderstaande tabel wordt het kostendekkingspercentage per titel weergegeven en vervolgens per hoofdstuk.

Per hoofdstuk wordt duidelijk dat bij een aantal producten de baten beduidend hoger zijn dan de kosten. Door kruissubsidiering toe te passen op de verschillende hoofdstukken per titel is er sprake van volledige kostendekking bij Titel 2. Voor Titel 1 geldt een kostendekking van 79%. Voor Titel 3 geldt een kostendekking van 5%.

(zie hiervoor onderstaande tabel).